Laat ik eens vertellen hoe het ons in Spanje vergaat. En met ons bedoel ik dus Swiffer en mijzelf, Robbie.
Toen we eind februari aankwamen was het hier koud en nat, maar de afgelopen lente en zomer hebben alles dubbel en dwars goed gemaakt. Heerlijke wandelingen door de bergen en iedere dag heengaan waar ik maar wil, zonder zo’n verstikkende band om mijn hals. Ik heb hier een belangrijke taak en dat is waken. De hele dag ben ik daar behoorlijk druk mee. Gelukkig staat de camper helemaal boven op het aflopende terrein, dus ik heb een mooi overzicht bij alles wat er beneden gebeurt. En als ik wat hoor of zie, dan laat ik dat wel duidelijk weten. Mijn mensje vindt dat niet zo fijn, dat zegt ze elke keer, maar ik zie het als mijn werk om haar en Swiffer te beschermen.
Toen het hier zo heet was dat ademen niet ging zonder hijgen, verlangde ik wel naar een beetje minder hoor. En toen gebeurde er ook nog iets met Swiffer waardoor hij steeds tegen me aan botste. De sukkel. Wat wel grappig is, hij heeft de tandenborstel van ons mensje gestolen en nu doen we haar na als ze dat gekleurde stokje in haar bek heeft. Omdat het nu weer koud wordt als het donker is, legt het mensje een grote deken op ons bed voor we gaan slapen. Ikzelf vind het heerlijk om helemaal onder de deken verstopt te liggen terwijl Swiffer er liever boven blijft maar altijd dicht tegen me aan. Tenzij het echt koud is, vooral vlak voor het opstaan, dan wil hij ook onder de deken. Mag wel van mij. Eigenlijk is het jammer dat we ons eten nog steeds in een bak op de grond krijgen. Nu we iedere dag onze ogen wassen, onze tanden poetsen en ingestopt worden (helaas geen verhaaltje), is het toch maar een kleine stap om aan tafel mee te eten?